Vierhonderd jaar Colijnsplaat (1598-1998).

door: Gerard de Fouw, Colijnsplaat

In 1998 bestonden de dorpen Colijnsplaat en Kats 400 jaar. Er werden diverse activiteiten in het dorp Colijnsplaat gehouden, waar het comité 400 jaar Colijnsplaat via de media aandacht aan heeft besteed.

Terug in de tijd
Het oude eiland Noord-Beveland was al in de elfde à twaalfde eeuw permanent bewoond, het eiland was waarschijnlijk toen ook al bedijkt. Ten noordoosten van het vroegere eiland Noord-Beveland lag het schor “Colinsplate” geheten. De “Colinsplate” wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1489, toen de Rooms koning Maximiliaan en zijn zoon Philips dit schor schonken aan Floris van Borssele, heer van Kortgene. We schrijven inmiddels 5 november 1530 (Sint Felixvloed). Door een zware storm die dag verdween een groot gedeelte van het eiland in de golven. Wat nog over is van het eiland, krijgt op 2 november 1532 (Elizabethvloed) de genadeklap, waardoor het gehele eiland Noord-Beveland onder water verdween. De rest van de zestiende eeuw bleef het eiland drijven. Een groot deel van het voormalige Noord-Beveland kwam door erfrecht toe aan Pilips Willem, prins van Oranje en Maria van Nassau, gravin van Buren. De gravin nam in 1593, als zaakwaarneemster van haar in Spanje gevangen zittende broer, de kwestie van de indijking ter hand.Na haar huwelijk met graaf Philips van Hohenlohe werden de belangen van de Oranjes door haar echtgenoot behartigd.Op 5 april 1596 verleenden de Staten van Zeeland hem bedijkingoctrooi voor Noord-Beveland. Na veel voorbereiding duurde het nog tot maart 1598 eer men met indijken begon. In de jaren hiervoor was het gebied reeds opgemeten en in kaart gebracht. Zo werd als eerste de Oud Noord-Beveland polder ingepolderd. De nieuwe polder besloeg 4348 gemeten en 206 roeden, waarvan aan Colijnsplaat 535 en aan Kats 539 gemeten grond toebehoorden. De overige 3274 gemeten kwamen toe aan de Heerlijkheid Noord-Beveland.Wat had men nodig om een ringdijk van zo’n 20 kilometer lang aan te leggen? Naast zo’n ca. 4000 mensen en 3000 paarden, moest men gigantische hoeveelheden zand, klei en graszoden aanvoeren.Tussen 1598 (Oud Noord-Bevelandpolder) en 1885 (Spieringpolder) zijn zo’n 33 polders in gedijkt. Waarvan 6 polders werden terug gegeven aan de zee.

• De oud Noord-Bevelandpolder behoort nu nog steeds tot de acht grootste inpolderingen van Zeeland.
• De inrichting van de 1e polder werd rationeel aangepakt.

De grond zowel als de wegen werden rechthoekig aan gelegd. Zien we het wegenplan en kijken naar de Noordlangeweg en de Zuidlangeweg dan zullen we zien dat deze evenwijdig aan elkaar lopen

Het dorp Colijnsplaat
De eerste dorpen die in de nieuwe polder ontstonden waren Kats en Colijnsplaat. Het laatste werd gesticht op het binnen gedijkte schor “Colinsplate. Wij beperken ons tot de geschiedenis van het dorp Colijnsplaat.Het is u misschien al eens opgevallen, als u de plattegrond van Colijnsplaat bekijkt, en dan vooral de oude kern dat alle straten haaks op elkaar lopen. Als spil diende de Voorstraat die exact Noord-Zuid gericht was en is. Daaraan parallel aan de oostzijde twee straten en aan de westzijde twee straten. De afstand tussen deze straten is telkens 60 meter. Deze straten worden gekruist van oost naar west. De afstand van een woonblok bedraagt 120 meter. Dan rond de kerk nog een drietal straten afgesloten door een ringweg.Een maand na de bedijking, op 8 augustus 1598 werd de eerste bouwverordening al van kracht. De nieuwe eigenaar was verplicht bij het bouwen van een huis, minimaal de voor- en achtergevel, alsmede de schoorsteen op te trekken van steen. Liever zagen de bestuurders van Colijnsplaat dat het gehele huis werd gebouwd in steen. Dit in verband met brandgevaar. Ook diende elke bewoner in bezit te zijn van een brandemmer en een ladder van een bepaalde afmeting.De eerste huizen werden gebouwd in de Voorstraat en rond het kerkhof (nu de Hervormde kerk, Havelaarstraat en achterliggende straten de West-Kerkstraat, Oost-Kerkstraat en Zuid-Kerkstraat).De nieuwe eigenaars waren verplicht om een pad van “klinckartsteen” voor hun huizen te leggen dat afwaterde naar de straat. In de Voorstraat diende dit pad 6 voet breed te zijn en in de andere straten 4 voet breed.Op 23 augustus 1598 werd de opril binnendijks aanbesteed (de huidige oprit van de Voorstraat naar de haven). De gracht rondom het kerkhof werd op 7 maart 1599 aanbesteed.De uitkomende grond werd gebruikt om de Voorstraat te egaliseren, nadat eerst de kreken in de andere straten gevuld waren. Het vullen van die kreken, die nog in het dorp liepen werd door twee arbeiders uitgevoerd. In de herfst van de slag bij Nieuwpoort (1600) kregen de straten een plaveisel van steen. Van schippers uit Willemstad werd klinkersteen gekocht, nodig voor een voetpad in de straten. Aan schippers uit Goes besteedde het parochiebestuur van Colijnsplaat het halen van “cassijsteen”. Deze moesten te Kortgene van onder het slik en water worden gehaald en deze dienden om een stenen pad aan te leggen in de Voorstraat en de Kruisstraat, omdat daar de wagens over moesten kunnen rijden. De breedte bedroeg één Schouwse roede (3,73 m2) Recycling is dus niets nieuws! Iedere eigenaar/bewoner was ook verplicht om elke zaterdag de straat voor zijn huis schoon te maken, op straffe van een boete.

Misschien voor nu ook weer een goed idee?
Twee markante gebouwen, uit 1769 markeren de koppen van de Voorstraat. Dat is aan de noordzijde het oude gerechtshuis, later gemeentehuis. Het was als gemeentehuis in gebruik tot april 1941 – samenvoeging van gemeente Colijns­plaat, Kats en Kortgene tot gemeente Kortgene. Nu is het in gebruik als woonhuis van een makelaar uit Colijnsplaat. Het andere gebouw aan de zuidzijde is de Nederlands Hervormde Kerk. Voor deze twee gebouwen werden op kosten van de prins van Oranje 130.000 stenen besteld bij een steenbakker in Culemborg, kosten 196 pond vlaams.De Hervormde Kerk is een rechthoekig kerkgebouw. Met een preekstoel, die dateert uit omstreeks 1618. Een orgel werd pas in 1903 geplaatst. Bij de laatste restauratie in 1980 kwamen een vijftal grafkelders te voorschijn. Deze stenen liggen nu in zicht.De eerste uitbreiding van het dorp was pas in 1960, toen men de Deltastraat aanlegde. Het eerste gebouw wat daaraan verrees was de Christelijke kleuter­school, nu inmiddels weer afgebroken.

De haven(s)
Gelijktijdig met de aanleg van het dorp werd er ook al een haven aangelegd. Een haven was nodig voor de aanvoer van alle primaire levensbehoeften en voor de aanvoer van bouwmateriaal voor de bouw van woningen en boerderijen. Problemen met de haven zijn beslist niet alleen van deze tijd, ze dateren al van door de eeuwen heen. De eerste aannemer gaf het maken van een haven al na twee getijden op. Zijn dijken barstten uit elkaar.Op 7 mei 1599 probeerde een andere aannemer het opnieuw, wat lukte. In de zomer van 1600 moest men een nieuw stuk kaai maken. De oude was ten gevolge van welzand weggezakt. Het volgende probleem diende zich in 1603 al aan. De spuikom was gebarsten, het havenhoofd verzonken en de dammen vernield. De haven was schijnbaar zo verzand, dat 17 schippers uit Colijnsplaat zich met een request tot de heren van de raad van Hohenlohe richtten. Het protest had schijnbaar resultaat, maar het zou nog tot 1606 duren eer de haven voldoende op diepte was en een tijd zo bleef. De haven heeft nog diverse verbeteringen en vergrotingen meegemaakt o.a. in 1880, 1883 en 1914.Sinds 22 februari 1955 kwamen coasters (zeeschepen tot 500 bruto registerton) naar Colijnsplaat voor het laden van aardappelen en andere landbouwproducten. Dat het een drukke haven was mag blijken uit het feit dat men al op 15 april 1956 de honderdste coaster feestelijk kon binnenhalen. Dit feest ging gepaard met een vechtpartij, omdat de 101e coaster voor zijn beurt naar binnen ging en zodoende de premie kon opstrijken. Later is dit nog recht gezet en de echte l00e coaster alsnog gehuldigd.De landbouwhaven, want daarover hebben we het, werd door de toenmalige gemeente in 1970 gesloten voor al1e beroepsscheepvaart. De haven is tot de demping in 1979 in gebruik geweest bij sportvissers. Als gevolg van de dijkverhoging werd de haven gedempt. Nu zijn al1een de contouren van de haven nog zichtbaar. Het terrein doet dienst als evenemententerrein.Als gevolg van de Deltawet en het afsluiten van het Veerse Gat, voorjaar 1961, moesten de vissers weg uit Veere. De nieuwe thuishaven voor de vissers uit Veere, Amemuiden en Tholen zou Colijnsplaat worden. Er was ongeveer plaats voor zo’n dertig schepen. Ook werd er een vismijn gebouwd. Na de bouw van een nieuw vismijngebouw (1979) werd het gebouw door de firma De Koster “Delta Jacht” in gebruik genomen als winkel, kantoor en werkplaats. Het gebouw is inmiddels afgebroken.Tengevolge van de dijkverzwaring (1979) werd de haven uitgebreid met een nieuwe vissershaven in oostelijke richting en er werd een nieuwe vismijn gebouwd. De oude vissershaven werd ingericht als jachthaven. Deze situatie kennen we nog steeds. Met de aanleg kwamen de problemen van een goede toegang en aanzanding. Problemen die bij de gemeente en de watersport overbekend zijn.Een van de eerste jachtbezitters die regelmatig in de haven van Colijnsplaat lag, was de scheepsbouwer Comelis Verolme. Als meneer Verolme in aantocht was, of er net lag, wisten de inwoners van Colijnsplaat dit meteen. Hoe dat kon? Aan de overkant van de dijk, nu parkeerterrein “Kuupje”, lag vroeger de vuilnisbelt van Colijnsplaat. Deze belt was altijd wel aan het roken, stinken etc. De bewoners konden klagen bij het gemeentebestuur wat ze wilden, maar daar moest men maar mee leven. Als meneer Verolme er lag moest de brandweer de vuilnisbelt eerst gaan blussen, zodat men er in de haven geen last meer van had. Klassenjustitie?

Watersnoodramp 1953
Colijnsplaat werd tijdens de rampnacht van 31 januari op 1 februari 1953 door een wonder gespaard wat later beter bekend geworden als “het wonder van Colijnsplaat”. Een levende herinnering hieraan is het monument dat naast het oude gemeentehuis staat. Het beeldhouwwerk in brons is van de Vlissingse kunstenaar Jan Haas, voorstellende een mensenhand die het water keert. Het werd op 6 augustus 1993 onthuld in het bijzijn van veel mensen.

Bomen in de Voorstraat
Aan weerszijden van de Voorstraat staan prachtige lindebomen, niet geheel vrij van luis wat regelmatig tot problemen in de straat zorgt. Ze werden in 1825 aangekocht bij een kweker uit Goes die ze leverde voor f 0,25 per stuk, franco op de haven van Colijnsplaat. Dat waren nog eens tijden! Alle bomen zijn in 1986 gerestaureerd door een boomchirurg. Enkele zieke exemplaren zijn vervangen en hebben zo’n twee jaar in een juk gestaan om wat beter te wortelen

Veerdienst, vaste verbindingen
Er werd ook al in 1599 een vaste veerdienst op Zierikzee ingesteld. Men was toen georiënteerd op Zierikzee. Deze veerdienst zou blijven bestaan tot 1960. In 1964/1965 werd de Oosterscheldebrug, nu Zeelandbrug gebouwd. Zo kreeg men een vaste verbinding met Schouwen-Duiveland, Rotterdam en de rest van Nederland.

Molens
Colijnsplaat is nog steeds in het bezit van twee korenmolens. Namelijk de “Oude Molen”, gelegen aan de Havelaarstraat, bouwjaar onbekend. Deze molen is in 1995 gerestaureerd en kan weer malen. Al in 1599, direct na het indijken van de polder werd de bouw van de “Oude Molen” aanbesteed. De aannemer Dirk Janss van Nesse uit Dordrecht, liet de molensteen van Dordrecht naar Colijnsplaat vervoeren. Aangekomen te Colijnsplaat kostte het veel moeite om de molensteen van de haven naar de molen te krijgen. De reden was dat de weg zeer slecht was. De huidige stenen molen is naar alle waarschijnlijkheid niet de eerste molen. Er heeft eerst een houten stellingmolen gestaan.De tweede molen is de “Nooit Gedacht”, bouwjaar 1864 en staat aan de Colijnsplaatseweg. Deze was tot 1965 regelmatig in gebruik. Nu is de molen in particulier bezit van een Duitser en doet dienst als woonhuis. Er kan niet meer gemalen worden, omdat het binnenwerk er uitgehaald is.

Nutsvoorzieningen
De dagelijkse dingen, die wij als vanzelfsprekend beschouwen, zoals post, water, elektriciteit en telefoon zijn nog maar van niet zo lang geleden.De postdienst op Colijnsplaat werd sinds 1 januari 1829 geregeld verzorgd door de PTT, tweemaal per dag. Om acht uur ‘s morgens en 1 uur ‘s middags.Voor elektriciteit moesten de mensen uit Colijnsplaat nog tot 1918 wachten. Toen werd een gemeentelijke elektriciteitscentrale gebouwd naast de kerktoren. Deze bleef in werking tot 1930. Daarna nam de PZEM (Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij) de zaak over, nu Delta Nuts genaamd. Voor de boerderijen rond Colijnsplaat zou het nog tot de jaren 1960/1970 duren eer zij aangesloten werden op het elektriciteitsnet. Daarvoor stookten zij petroleum en later draaiden zij door middel van een aggregaat zelf de stroom.Voor waterleiding zou men nog tot 1956 moeten wachten in Colijnsplaat eer men voorzien was, een nu niet meer weg te denken gemak.Telefoon was in 1889 beschikbaar, zij het slechts voor enkele gegoeden uit het dorp. De telefoongids (blaadje) was zeer dun. In het begin waren er slechts tien nummers.

Tot slot
Zoals u ziet, het zijn slechts fragmenten uit de geschiedenis van Colijnsplaat. U weet nu iets meer van het dorp Colijnsplaat, zodat als u door het dorp loopt wat meer herkenningspunten heeft!.Voor de mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het dorp Kats en Colijnsplaat, over de beginjaren van deze dorpen zijn drie boeken geschreven door dr. J.B.V. Welten, die zeker het lezen waard zijn met de volgende titels:

– Pioniers aan de Oosterschelde, Catz 1598-1625.
– Hervormers aan de Oosterschelde, de practijcke der Godtsalicheyt 1598-1653.
– Droogleggers aan de Oosterschelde, bewint der Dijckagie 1594-1610.

Noot:
Eerder verschenen in: “de Spuije”, mededelingenblad van de Heemkundige Kring de Bevelanden en Vrienden van het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland, nummer 42. Januari 1998.